Als er toch één verschijnsel als voorbeeld van saaiheid gegeven zou moeten worden, zou dat wel de file zijn. En dan niet zo’n file die helemaal muurvast staat. Dan kun je nog een beetje met je telefoon spelen of je radio eens opnieuw instellen. Nee, zo’n file waarbij je telkens het gevoel hebt dat het weer een beetje gaat rijden, maar dan honderd meter later sta je weer stil. Zo één waarbij je telkens denkt dat de baan naast je sneller gaat maar je ook niet wilt switchen zodat je straks de andere baan voorbij ziet rijden.
Het hoofd van de man voor hem gaat telkens wat heen en weer. De man is natuurlijk zijn laatste poging aan het doen nog wat beweging in zijn leven te krijgen. In de spiegel ziet Bruno een hoofd met krulletjes uitdrukkingsloos naar voren staren. Totale leegte. Als die man er morgen niet meer is mist niemand hem meer. Deze mensen zijn gewoon gestopt met leven.
Bruno pakt het stuur wat steviger vast. De hele dag heeft hij rode pepers gesneden. Topje er af, doormidden en dan de zaadjes er uit peuteren en de pepers op de band leggen. Deze dag was net zo als alle andere. Maar dat is natuurlijk niet het verhaal wat je vertelt. “Ik heb hem zo’n dreun op de kaak gegeven, nog voor hij wat kon zeggen lag die shiftlead onder de tafel”. Nee, dat gaat te ver, veel te aggressief. “Ik heb hem gezegd: De mensen die niet capabel zijn om het echte werk te doen laten ze dit soort planningen maken. Denk je nou echt dat jij hier belangrijk bent?”. Oh, nee, dit is wat hij gaat vertellen: “Ik heb gewoon niets gezegd. Gewoon alleen aangekeken. En zo na 10 minuten kijken zegt-ie: okay, ik kijk wel of ik nog wat kan schuiven met de planning”. Hij grijnst. In zijn hoofd loopt de shiftlead met gebogen hoofd weg. De rest van de werknemers kijken hem bewonderend aan.
Bruno weet dat hij hier niet thuishoort. Hij hoort op een podium te staan. Mensen in de zaal staren hem aan, en hij weet dat ze zich allemaal afvragen: Hoe kan ik ooit zo succesvol worden. Gisteravond heeft hij nog toespraken beluisterd van grote leiders. “I have a dream, that one day…” “Let me assert my firm belief, that the only thing we have to fear is fear itself.” Hij zag zichzelf zo staan. Met een daverende stem, een prachtig slot, en dan het juichende publiek. Een kort bedankje, en dan door een gordijn naar achteren. Waar de mensen staan die alles voor hem doen. Hij hoeft maar te een kuchje te doen en iemand is al onderweg voor strepsils.
Hij heeft nu werk, dat maakt sommige dingen wel wat makkelijker, maar zijn ouders willen nu ook niet altijd meer eten voor hem koken. In het studentenhuis kan hij waarschijnlijk wel mensen zover krijgen dat ze wat voor hem klaarmaken. Charismatisch moet je zijn. Hij kraakt zijn nek nog even wat en recht de rug. Vorige week heeft hij de studenten verteld hoe je wat van je leven maakt. Hij ziet die bleke gezichten weer, die gasten hadden werkelijk geen idee. En nu hij ook werk heeft kan hij laten zien hoe snel hij aan de top gaat komen.
De shiftlead is nog dommer dan het klootjesvolk om hem heen. Hij zei het vorige week zelf nog: Als ik geen team heb ben ik niets. Wie zegt dat nou? Bruno voelt zijn hoofd weer warm worden. Hij ziet zichzelf daar staan. Je moet die mensen laten voelen wat ze zijn. “Als jij hier aan het eind van de dag nog wilt werken moet je nu zeker aan de slag gaan. Ik trap je er zo uit.” En die twee tegenover hem zijn dan de eersten. Beetje onverstaanbaar met elkaar lopen te wauwelen.
Even trekt de file weer op, maar hij ziet de remlichten ook al weer aan gaan. Als hij hier nou eenmaal maar uit is, hij weet gewoon dat vanavond zijn avond gaat worden. Telkens is er wel weer iets dat hem tegenhoud. Je moet succes maken. Maar dat gaat niet als er een ontbindend lijk voor je rijdt. Met witte knokkels aan het stuur gaat hij in zijn hoofd verder tekeer tegen de shiftlead. “Kerel, hoe ben je in staat je eigen leven te plannen als je nog niet eens acht man aan een fabrieksband krijgt”. Nee, die zwiept niet goed genoeg. Het moet grappig zijn maar ook fel.
Hij ziet zichzelf als kind weer. Toen had hij gedacht dat hij het nu wel gemaakt zou hebben. Dertig jaar, dan ben je echt groot. Hanno was toen dertig. Projectmanager. Twintig jaar ouder dan hij. Hij heeft Hanno al jaren niet meer gesproken, maar wat kon die man praten zeg. Zo zelfverzekerd en rustig. Dat is wat Bruno ook gaat worden. Maaar nu ergert hij zich nog te veel aan dat achterlijke volk om hem heen.
De afrit komt nu in zicht. De man voor hem lijkt alles definitief opgegeven te hebben. Hij heeft meters vrij voor zich maar komt nauwelijks vooruit. Het laatste stukje maar even over de vluchtstrook? Hij houdt zich nog net in. Lieke van het uitzendbureau belt hem. Altijd leuk om haar even te spreken. Ze is zwanger, dus ze zal wel een vriend hebben. Jammer, want als zij eens wist wat hij voor plannen met haar had.. “Hai Bruno, ik dacht dat je nog in de fabriek zou zijn, maar je bent al weg. Luister, ik heb even overleg gehad, en ze willen voor nu even niet verder met je. Morgen hoef je dus niet te komen..”. Ze praat verder maar zijn hoofd suist. Dit klopt niet. Hier ging hij carriere maken. Dit was de plek, ze kunnen hem niet wegsturen. Ze wil hem morgen op het bureau hebben om een andere klus te zoeken. Verstrooid maakt hij een afspraak, maar hij is de tijd al vergeten als ze ophangen.
Het verhaal klopt gewoon niet. Zo gaat het niet. Na een moeilijke tijd werk je je op en dan wordt je de beste. De moeilijke tijd heeft hij al gehad, en nu is hij aan het opwerken. Die jonge gasten in het studentenhuis weten niet hoe de wereld in elkaar zit. Eén van hun had zelfs gezegd dat uitzendkrachten gewoon instrumenten waren die je weg kon gooien als je ze zat bent. Maar Bruno is heel wat beter dan dat. Dit moet wel zorgen voor iets beters. Zijn ouders willen hem geen geld meer geven, dus hij moet ook meteen weer werk hebben. Al het geld is tot nu toe opgegaan aan de nieuwe gaming pc, maar met het geld van volgende week zou hij de huur wel kunnen betalen.
De teleurstelling is overweldigend en hij pijnigt zijn hoofd om dit in de droom te verwerken. Hij zou gaan groeien, natuurlijk eerst shiftlead en dan eindigen als managing director bij de grootste voedselverwerker van West-Europa. Dat staat al op het LinkedIn-profiel van Rubon, waar hij zijn droom vastlegt. Dit moet wel een opstap zijn.
Oh, natuurlijk, hij kan Lieke nu zijn ervaringen vertellen, en dan heeft ze de baan die beter past. Het pad wordt weer duidelijk en zijn hoofd gaat weer sneller werken. Hij kan haar natuurlijk vertellen dat, als de shiftlead afwezig was, hij de planning overnam. En zijn inzichten hebben geholpen een veel efficientere .. iets, daar komt hij nog wel even op. En dan zegt Lieke: “Oh dat is goed dat je dat zegt. Ik heb namelijk een bedrijf hier liggen die iemand zoekt in projectplanning. En ik zat me al af te vragen wie ik daarvoor in kan zetten.” Natuurlijk, de rest van het personeel is daar veel te simpel voor.
De auto achter hem haalt hem in, en gefrustreerd kijkt het uitdrukkingsloze krulletjeshoofd opzij. Honderden meters vrij en deze man zit een beetje wanhopig over zijn gezicht te wrijven. Als hij ziet dat die man dan ook nog op het laatste moment de afslag neemt schudt hij zijn hoofd. Met mensen die zo verdwaasd door het leven gaan is het niet gek dat die files er er zijn.